Direct naar artikelinhoud
NieuwsBijenonderzoek

Agressie honingbij is afhankelijk van ‘volksaard’

Individuele genetische eigenschappen hebben nauwelijks invloed op de mate waarin honingbijen zich agressief gedragen. Hun agressie of zachtaardigheid wordt vooral bepaald door de genetische kenmerken van een heel bijenvolk, blijkt uit onderzoek.

In tal van Amerikaanse films speelt de honingbij een hoofdrol als killer bee.

Genetische eigenschappen van de groep zijn in dit geval belangrijker dan individuele genetische kenmerken, schrijven wetenschappers in het tijdschrift PNAS. ‘Zulke invloeden kunnen zich vooral doen gelden bij honingbijen, die leven in een buitengewoon coöperatieve samenleving, waarin elk individu een vastomlijnde sociale en functionele rol heeft’, stelt de Amerikaanse entomoloog Gene Robinson in een begeleidende verklaring.

Een internationale groep wetenschappers onderzocht de genen van een goedaardige variant van de geafrikaniseerde honingbij, een soort die berucht is om zijn agressief gedrag. In tal van Amerikaanse films speelt dit insect een hoofdrol als killer bee. Op Puerto Rico leven geafrikaniseerde honingbijen die een vriendelijker karakter hebben ontwikkeld dan hun soortgenoten elders in de wereld. Dat maakt ze bij uitstek interessant voor onderzoek naar de genetische basis van hun gedrag.

Wachtbijen

Niet elk lid van een bijenvolk gedraagt zich even agressief. Een bijenkorf of bijenkast wordt gewoonlijk bewaakt door wachtbijen, die bij onraad een chemisch signaal afgeven dat ‘soldaten’ aan het werk zet. Die kunnen indringers steken, waarna ze zelf doodgaan. Zogeheten haalbijen, de werksterbijen die nectar en stuifmeel verzamelen, doen niet mee aan het verdedigen van de korf.

Bij negen bijenvolken op Puerto Rico vergeleken de onderzoekers het genoom van soldaten en haalbijen. Ze vonden geen verschillen in de genetische eigenschappen van de twee groepen die het verschil in hun gedrag konden verklaren. Verschil zagen ze wel toen ze het dna van agressievere en minder agressieve bijenvolken met elkaar vergeleken. Ze vonden een sterk verband tussen het genoom van een volk en de mate van agressie die het vertoonde.

Ze ontdekten welk stuk van het genoom een voorname rol speelt in agressiviteit en zachtaardigheid. Volgens de onderzoekers bepaalt de frequentie van het ‘Europese’ deel van het genoom van de geafrikaniseerde honingbij - ontstaan door kruising van de agressieve Afrikaanse honingbij en diverse Europese soorten - in hoge mate hoe zachtaardig een bijenvolk is.

Naturalis

‘De selectie voor zachtaardige bijen in de imkerij heeft geleid tot een genetische signatuur op het niveau van het volk’, reageert bijenexpert Koos Biesmeijer, hoogleraar natuurlijk kapitaal aan de Universiteit Leiden en wetenschappelijk directeur van Naturalis. ‘De onderzoekers vinden een link tussen het niveau van agressiviteit en stukken op het genoom. Het is aardig dat het alleen is terug te vinden in de signatuur op volkniveau en niet of nauwelijks op individueel niveau.’

De auteurs brengen hun studie in verband met het aloude debat over de tegenstelling tussen nature (genen) en nurture (omstandigheden onafhankelijk van genen). ‘Nurture – de omgeving van de bijenkolonie – lijkt de sterkste factor te zijn voor het bepalen van agressie’, schrijven ze. Al voegen ze eraan toe dat de omgeving hier ook wordt beïnvloed door de genen. Biesmeijer vindt het vreemd. ‘De effecten van nurture zijn hier niet getest. Dat zou zo zijn als je niet-verwante werksters bij elkaar zet en dat ze dan gedrag vertonen dat losstaat van hun genetische eigenschappen. Dit is niet te vergelijken met sociale groepen zonder genetische verwantschap.’ 

HoningbijenBeeld Manuel A. Giannoni-Guzman